Bij een elleboogrevisie worden beschadigde delen van het ellebooggewricht verwijderd en vervangen door onderdelen van metaal en kunststof. Deze worden implantaten genoemd. Deze operatie wordt ook elleboogarthroplastiek genoemd. In de elleboog komen drie botten samen. Het bovenarmbeen, de humerus genaamd, verbindt zich als een los scharnier met het grootste van de twee onderarmbeenderen, de ulna genaamd. De twee onderarmbeenderen, de radius en de ulna, werken samen om rotatie van de onderarm mogelijk te maken.
Uw elleboog kan beschadigd raken door aandoeningen variërend van artritis tot fracturen en andere verwondingen. In veel gevallen kan de schade door artritis en fracturen operatief worden hersteld. Als de schade echter te ernstig is, is vervanging meestal beter. Pijn en bewegingsverlies zijn de meest voorkomende redenen waarom mensen kiezen voor een elleboogprothese. Aandoeningen die het gewricht kunnen beschadigen zijn onder andere: Veel soorten artritis. Botfracturen. Bottumoren.
Hoewel zeldzaam, is het mogelijk dat elleboogvervangende chirurgie de pijn niet vermindert of volledig wegneemt. De operatie herstelt de beweging of kracht van het gewricht mogelijk niet volledig. Sommige mensen hebben mogelijk een nieuwe operatie nodig. Mogelijke complicaties van elleboogvervangende chirurgie zijn onder meer: Loslating van het implantaat. De componenten van de elleboogprothese zijn duurzaam, maar ze kunnen na verloop van tijd losraken of verslijten. Als dit gebeurt, kan een nieuwe operatie nodig zijn om de losse componenten te vervangen. Fractuur. De botten in het ellebooggewricht kunnen tijdens of na de operatie breken. Zenuwbeschadiging. Zenuwen in het gebied waar het implantaat wordt geplaatst, kunnen beschadigd raken. Zenuwbeschadiging kan gevoelloosheid, zwakte en pijn veroorzaken. Infectie. Een infectie kan optreden op de incisieplaats of in het dieper gelegen weefsel. Soms is een operatie nodig om een infectie te behandelen.
Voordat de operatie wordt gepland, heeft u een afspraak met uw chirurg. Dit bezoek omvat meestal: Een bespreking van uw symptomen. Een lichamelijk onderzoek. Röntgenfoto's en soms een computertomografie (CT) van uw elleboog. Enkele vragen die u wellicht wilt stellen zijn: Welk type implantaten adviseert u? Hoe ga ik mijn pijn na de operatie beheersen? Welke fysiotherapie zal ik nodig hebben? Hoe zullen mijn activiteiten na de operatie beperkt zijn? Zal ik enige tijd hulp thuis nodig hebben? Andere leden van het medische team controleren of u klaar bent voor de operatie. Ze vragen ook naar uw medische geschiedenis en de medicijnen die u neemt.
Na een elleboogprothese hebben de meeste mensen minder pijn dan voor de operatie. Veel mensen hebben geen pijn. De meeste mensen hebben ook een verbeterd bewegingsbereik en kracht.