Een ferritinetest meet de hoeveelheid ferritine in het bloed. Ferritine is een bloedproteïne dat ijzer bevat. Deze test kan worden gebruikt om te achterhalen hoeveel ijzer het lichaam opslaat. Als een ferritinetest laat zien dat het ferritinegehalte in het bloed laag is, betekent dit dat de ijzerreserves van het lichaam laag zijn. Dit is een aandoening die ijzergebrek wordt genoemd. IJzergebrek kan bloedarmoede veroorzaken.
Een ferritinetest kan diagnosticeren of suggereren: IJzergebrekanemie. Een aandoening die ervoor zorgt dat het lichaam te veel ijzer uit voedsel opneemt, hemochromatose genoemd. Leverziekte. Een zeldzame vorm van inflammatoire artritis, de ziekte van Still bij volwassenen genoemd. Een zorgverlener kan ook een ferritinetest suggereren voor mensen met een aandoening die resulteert in te veel ijzer in het lichaam, zoals hemochromatose. Ferritinetests kunnen helpen de aandoening te volgen en de behandeling te begeleiden.
Als uw bloedmonster alleen op ferritine wordt getest, kunt u voor de test gewoon eten en drinken. Als uw bloedmonster voor andere tests wordt gebruikt, moet u mogelijk een tijdje vasten voor de test. Een medewerker van uw zorgteam zal u vertellen wat u moet doen.
Tijdens de ferritinetest brengt een medewerker van uw zorgteam een naald in een ader in uw arm om een bloedmonster af te nemen. Het bloedmonster wordt naar een laboratorium gestuurd voor onderzoek. De meeste mensen kunnen meteen hun normale activiteiten hervatten.
Het typische bereik voor bloedferritine is: Voor mannen, 24 tot 336 microgram per liter. Voor vrouwen, 11 tot 307 microgram per liter.