Levertransplantatie

Levertransplantatie is een behandelingsoptie voor sommige mensen met leverkanker en voor mensen met leverfalen waarvan de aandoening niet met andere behandelingen onder controle kan worden gehouden. Leverfalen kan snel of gedurende een lange periode optreden. Leverfalen dat snel optreedt, binnen enkele weken, wordt acuut leverfalen genoemd. Acuut leverfalen is een zeldzame aandoening die meestal het gevolg is van complicaties van bepaalde medicijnen. Hoewel een levertransplantatie acuut leverfalen kan behandelen, wordt het vaker gebruikt om chronisch leverfalen te behandelen. Chronisch leverfalen ontwikkelt zich langzaam in de loop van maanden en jaren. Chronisch leverfalen kan worden veroorzaakt door een verscheidenheid aan aandoeningen. De meest voorkomende oorzaak van chronisch leverfalen is littekens in de lever (cirrose). Wanneer cirrose optreedt, wordt typisch leverweefsel vervangen door littekenweefsel en functioneert de lever niet goed. Cirrose is de meest voorkomende reden voor een levertransplantatie. Belangrijke oorzaken van cirrose die leiden tot leverfalen en levertransplantatie zijn: Hepatitis B en C. Alcoholische leverziekte, die schade aan de lever veroorzaakt door overmatige alcoholconsumptie. Niet-alcoholische leververvetting, een aandoening waarbij zich vet ophoopt in de lever, waardoor ontsteking of leverschade ontstaat. Genetische ziekten die de lever aantasten. Deze omvatten hemochromatose, wat leidt tot een overmatige ijzerophoping in de lever, en de ziekte van Wilson, wat leidt tot een overmatige koperophoping in de lever. Ziekten die de buizen aantasten die gal van de lever afvoeren (galwegen). Deze omvatten primaire biliaire cirrose, primaire scleroserende cholangitis en galatresie. Galatresie is de meest voorkomende reden voor levertransplantatie bij kinderen. Levertransplantatie kan ook bepaalde kankers behandelen die in de lever ontstaan.