Een pancreas transplantatie is een chirurgische ingreep waarbij een gezonde pancreas van een overleden donor wordt geplaatst in een persoon wiens pancreas niet meer goed functioneert. De pancreas is een orgaan dat zich achter het onderste deel van de maag bevindt. Een van de belangrijkste functies is het aanmaken van insuline, een hormoon dat de opname van suiker in cellen reguleert.
Een pancreas transplantatie kan de insulineproductie herstellen en de bloedsuikerhuishouding verbeteren bij mensen met diabetes, maar het is geen standaardbehandeling. De bijwerkingen van de anti-afstotingsmedicatie die na een pancreas transplantatie nodig is, kunnen vaak ernstig zijn. Artsen kunnen een pancreas transplantatie overwegen voor mensen met een van de volgende aandoeningen: Type 1 diabetes dat niet kan worden gecontroleerd met een standaardbehandeling Frequente insuline reacties Constant slechte bloedsuikercontrole Ernstige nierbeschadiging Type 2 diabetes geassocieerd met zowel een lage insulineresistentie als een lage insulineproductie Een pancreas transplantatie is meestal geen behandelingsoptie voor mensen met type 2 diabetes. Dat komt omdat type 2 diabetes optreedt wanneer het lichaam resistent wordt tegen insuline of het niet meer goed kan gebruiken, in plaats van door een probleem met de insulineproductie door de pancreas. Voor sommige mensen met type 2 diabetes die zowel een lage insulineresistentie als een lage insulineproductie hebben, kan een pancreas transplantatie echter een behandelingsoptie zijn. Ongeveer 15% van alle pancreas transplantaties wordt uitgevoerd bij mensen met type 2 diabetes. Er zijn verschillende soorten pancreas transplantaties, waaronder: Pancreastransplantatie alleen. Mensen met diabetes en vroege of geen nierziekte kunnen in aanmerking komen voor een pancreas transplantatie alleen. Een pancreas transplantatie operatie omvat het plaatsen van een gezonde pancreas in een ontvanger wiens pancreas niet meer goed functioneert. Gecombineerde nier-pancreastransplantatie. Chirurgen kunnen vaak gecombineerde (simultaan) nier-pancreastransplantaties uitvoeren voor mensen met diabetes die nierfalen hebben of een risico lopen op nierfalen. De meeste pancreas transplantaties worden tegelijkertijd met een niertransplantatie uitgevoerd. Het doel van deze aanpak is om u een gezonde nier en pancreas te geven die in de toekomst waarschijnlijk niet zullen bijdragen aan diabetesgerelateerde nierschade. Pancreas-na-nier transplantatie. Voor degenen die lang moeten wachten op zowel een donornier als een donorpancreas, kan eerst een niertransplantatie worden aanbevolen als een nier van een levende of overleden donor beschikbaar komt. Nadat u hersteld bent van de niertransplantatieoperatie, krijgt u een pancreas transplantatie zodra een donorpancreas beschikbaar komt. Pancreas eilandjesceltransplantatie. Tijdens een pancreas eilandjesceltransplantatie worden insulineproducerende cellen (eilandjescellen) afgenomen van de pancreas van een overleden donor in een ader geïnjecteerd die bloed naar uw lever voert. Meer dan één injectie van getransplanteerde eilandjescellen kan nodig zijn. Eilandjesceltransplantatie wordt bestudeerd voor mensen met ernstige, progressieve complicaties van type 1 diabetes. Het mag alleen worden uitgevoerd als onderdeel van een door de Food and Drug Administration goedgekeurde klinische studie.
Na een succesvolle pancreas transplantatie zal uw nieuwe pancreas de insuline aanmaken die uw lichaam nodig heeft, dus u heeft geen insulinetherapie meer nodig om type 1 diabetes te behandelen. Maar zelfs met de best mogelijke match tussen u en de donor, zal uw immuunsysteem proberen uw nieuwe pancreas af te stoten. Om afstoting te voorkomen, heeft u anti-afstotingsmedicatie nodig om uw immuunsysteem te onderdrukken. U zult deze medicijnen waarschijnlijk voor de rest van uw leven moeten innemen. Omdat medicijnen om uw immuunsysteem te onderdrukken uw lichaam kwetsbaarder maken voor infecties, kan uw arts ook antibacteriële, antivirale en antischimmelmiddelen voorschrijven. Tekenen en symptomen dat uw lichaam uw nieuwe pancreas mogelijk afstoot zijn: Buikpijn Koorts Overmatige gevoeligheid op de transplantatieplaats Verhoogde bloedsuikerspiegel Braken Verminderde urineproductie Als u een van deze symptomen ervaart, neem dan onmiddellijk contact op met uw transplantatieteam. Het is niet ongebruikelijk dat ontvangers van een pancreas transplantatie binnen de eerste paar maanden na de procedure een acute afstotingsreactie ervaren. Indien dit gebeurt, moet u terug naar het ziekenhuis voor behandeling met intensieve anti-afstotingsmedicatie.